Fietswetten

Als je op de fiets in verre landen fietst, zijn er een aantal ongeschreven regels waar je op kunt letten. Zoals:

  1. Fietswetten voor onderweg. Voor de beginnende vakantiefietser zinvol om te lezen, voor de ervaren fietser een feest van herkenning.
  2. Fietswetten voor de fiets. Bij De Vakantiefietser (mijn winkel) worden alleen maar goede vakantiefietsen verkocht. Maar waar moet je op letten als je al een fiets hebt of hem ergens anders koopt.
  3. Overlevingstips zijn handig als je in niet-westerse landen fietst. Een gewaarschuwd fietser is een tandemrijder, zeg ik dan maar.
————————————————————
Fietswetten voor onderweg
————————————————————–

Tijdens een nachtelijke terugtocht naar Amsterdam opperde Eric dat hij eigenlijk wel wat harder zou willen fietsen. Hij beklaagde zich erover dat hij steeds moest inhouden omdat mijn ‘gerem’ in de bochten telkens een gat tussen ons veroorzaakte. Daardoor zou hij niet goed in z’n ritme kunnen komen. Ok, hij had me ‘fietsles’ gegeven in de weken voor ik naar Andalusië vertrok. Hij had mij er op attent gemaakt dat ik te vaak remde in bochten. Dat ik naar het einde van de bocht moet kijken zodat ik zie wat zich daar afspeelt. In de meeste gevallen kun je gewoon doortrappen, of op z’n minst halverwege al weer beginnen.

Hij legde me ook uit dat schakelen bedoeld is om een constante trapsnelheid, cadans, te bewerkstelligen. De bedoeling is dat je voor jezelf een lekkere omwentelsnelheid vindt waarin je een constant ritme, en dus snelheid, kunt vasthouden. Gaat de weg omhoog, naar beneden, of heb je tegen of voor de wind, pas dan de versnelling aan i.p.v. de omwentelsnelheid.
Ik voelde me schuldig, maar tegelijkertijd boos. “Zo hóór je te fietsen”. “Wat nou, zo hóór je te fietsen. Ik fiets al m’n hele leven en jij gaat me vertellen dat ik het niet goed doe!” Het voelde als een verwijt en het verwijt raakte een zenuw. De zenuw van onze reis. Hij rekende mij af op iets wat ik niet kon weten. Ik was nog niet eerder in aanraking gekomen met de “Wetten van het Vakantiefietsen”. Nooit heb ik er iemand over zien schrijven, terwijl ik toch aardig wat fietsverhalen heb gelezen. Niet gelezen in ‘De Wereldfietser’, niet op de website van ‘De Vakantiefietser’.

Daarom vraag ik: “Eric, wat zijn de wetten van het technisch goed vakantiefietsen?”.

1) Beginnen: ga niet als een gek van start. Begin rustig het eerste kwartier. Je merkt dat je vanzelf wel harder gaat fietsen;

2) Bochten: rem niet af in de bocht als het niet nodig is. Verminder vaart door even te stoppen met trappen. Kijk naar het einde van de bocht en begin halverwege de bocht weer te trappen;

3) Heuvel/brug in het vizier: zet een vijftigtal meters voor de helling flink aan. Schakel op het raakvlak met de helling terug naar een lichter verzet en ga de laatste meters op de trappers staan i.p.v. nog lichter te schakelen;

4) Verkeerslicht in het vizier: stop vijftig meter voor een rood licht met trappen, schakel een of twee tandjes lichter, rem zonodig wat bij. Door ervoor te zorgen dat je nog rolt als het licht op groen springt, verlies je zo min mogelijk energie en tijd, vooral als je met bagage fietst;

5) Inhalen: probeer in je fietstempo in te halen. In geval van een tegenligger even aanzetten, en scherp weer naar rechts;

6) Naast elkaar fietsen: alleen op een rustige weg als het mogelijk is. Als je aan de buitenkant fietst en je fietspartner valt wat in snelheid terug, ga dan altijd gelijk naar rechts. Laat je fietspartner je nooit rechts inhalen of rechts langszij komen;

7) Als je samen op een drukke weg fietst laat de langzaamste dan voorop rijden en vorm zo een ‘treintje’. Op die manier hoeven auto’s maar één keer in te halen wat de veiligheid bevordert;

8 ) Bellen: één keer bellen: ik ben er nog, twee keer: stoppen;

9) Eindigen: fiets de laatste twee à drie kilometer weer rustig;

10) Na afloop: doe altijd rek en strekoefeningen na een lange fietsdag.

Tijdens onze trainingsweekenden en avonden de afgelopen maanden ging het steeds beter. De Koga rolt als een zonnetje en ik pas de wetten waar mogelijk, nog wel heel bewust, toe. Alleen als ik moe ben wil ik nog wel eens terugvallen in oude gewoontes.

Carla van Tatenhove, 2004

————————————————————-
Fietswetten voor de fiets

————————————————————–

Een vakantiefiets, zoals die waarmee we in Bhutan en Sikkim fietsen, moet aan een aantal wetten voldoen. Er moet een goede ‘groep‘ op zitten, de wielen dienen stevig te zijn en goede banden te hebben, en de zitpositie moet comfortabel zijn. Hieronder
volgt een korte uitleg.

Groep

Tijdens de fietsreparatiecursus op dinsdagavond:
“Eric, als mijn remmen piepen, wat kan ik daaraan doen?”
“Olie op de velgen helpt het beste, mijn vriend.”
“En die ratelende derailleur. Wat doe ik daarmee?”
“Nou, dáárvoor zou ik een stel goed oordoppen kopen.”

Een ‘groep’ is die onderdelengroep waarmee je remt en schakelt. Verder bestaat een groep uit de draaiende onderdelen. De draaiende delen zijn je balhoofd (tussen je stuur en de voorvork), de assen in de wielen en de trapas. Je remt met je remhendels en de remmen zelf. Schakelen doe je met de derailleurschakelaars op het stuur waarmee je de derailleurs zelf bedient. Dat zijn die dingen aan de rechterkant van je rijwiel bij het achterwiel en de trappers die heen en weer bewegen. Je ‘schuift’ met een derailleur de ketting over de tandwielen waardoor de fiets lichter of zwaarder gaat trappen.

De prijs van een fiets wordt vaak bepaald door de groep. Dus hoe duurder de fiets, hoe beter de groep, hoe beter het systeem remt, schakelt en rolt. De meeste groepen zijn van Shimano. Bij lager geprijsde vakantiefietsen kom je de Alivio-groep tegen. Daarboven zit het werkpaard, de Deore-groep. Met de nog betere LX-groep durf ik iedereen op wereldreis te sturen. De XT-groep is de beste groep voor een vakantiefiets. En dat is de groep die op onze vorige Koga’s zit.
“Pfoe”, hoor ik je denken, “hoe onthoud ik dat allemaal”. Heel simpel. De groepnamen staan op alfabetisch volgorde:
Alivio
Deore
LX

XT
Makkelijk toch?
Of nog beter,
zoals Carla en Eric’s Koga Signature met een Rohloff-naaf, hydraulische remmen met een SON naafdynamo.

Wielen

Ik was nog jong: “Mijnheer! Stop. Uw wielen!”
De meneer in driedelig kostuum knijpt hard in zijn remmen en kijkt mij verstoord aan.
“Zojuist draaiden ze nog en nu staan ze stil!” roep ik en ren hard weg.

De velgen zouden dubbelwandig moeten zijn en dubbelgebust. Dubbelgebust wil zeggen dat er in de spaakgaatjes in de velg busjes zitten die de kracht van spaak verdelen over de dubbelwandige velg. Je hebt ook enkelgebuste velgen, waarbij de busjes alleen op een enkele wand van de velg zitten. Deze zijn dus echt minder stevig, maar wel lichter en bovendien goedkoper.

Over spaken gesproken, als er een spaak kapot gaat, is dat bijna altijd bij de as (flens). Daarom worden in de betere wielen zogenaamde butted spaken gebruikt. Deze hebben een verdikking bij de as.

Een wiel met een diameter van 26 inch (mountainbike formaat, zoals onze fietsen) is steviger dan een 28 inch wiel (stadsfietsformaat)

Banden

De wasmachinevraag uit de Vakantiefietskwis©:

Fred Oster: “Waarmee krijg je eerder een lekke band? Met een harde of een zachte band.”
Antwoord: “Met een zachte band.”

Als je goede Continental of Schwalbe banden monteert, kun je probleemloos duizenden kilometers afleggen. De meest slijtvaste band die er is, is de Schwalbe Marathon XR. En eh.., neem een goede pomp mee. En één drukmeter! Met wat geknijp in een band is het nagenoeg onmogelijk om de juiste luchtdruk te bepalen. Het verschil tussen 3 en 4 bar voel je niet als je in de band knijpt, maar merk je pas echt als je fietst. Een gemiddelde bandendruk is 4 bar, maar kijk eens op de zijkant van je buitenband, daarop staat de maximale bandenspanning.

Zitpositie

Er zijn vijf lichaamsdelen die met de fiets in aanraking komen:
1. De linkerhand

2. De rechterhand
3. De billen (dus de linker- en de rechterbil)
4. De linkervoet
5. De rechter voet

Handen

“Pfff, ik heb last van tintelende handen.”
“Tja, moet je ze ook maar eens laten wapperen.”
Als je met de fiets een lange tocht door Bhutan en Sikkim maakt, leun je al gauw een hele abn-amro werkdag met je handen op het stuur. Daarom is het belangrijk om je handen af en toe te verplaatsen. Dus neem een stuur waarop je je handen op verschillende posities kunt plaatsen. Carla rijdt met een vlinderstuur. Zo’n stuur heeft als voordeel dat Carla haar zachte handen op drie posities kan plaatsen. Bovendien zit ze hier iets meer mee rechtop.
Vrouwen hebben een aantal verrukkelijke lichamelijke verschillen ten opzichte van mannen. Zo hebben veel vrouwen een iets korter bovenlichaam. Gaat een vrouw op een herenframe rijden, dan zit ze soms te ver voorovergebukt. Daarom is een vlinderstuur voor vrouwen zeer geschikt omdat dit stuur de handvatten iets dichterbij brengt. Ikzelf heb een recht ATB-stuur waarop ik lange bar-ends heb gemonteerd. Ook hiermee heb ik drie handposities. Onthoud, het is dus goed om af en toe één hand van het stuur te halen en daarmee even te wapperen.

Billen

“Eric ik heb last van mijn gevoelige delen.”
“Goh, dat is k…t.”
“En ik heb ook nog de diarree.”
“Tjonge, dat is shit meid.”

Vrouwenbillen zijn anders dan mannenbillen Sowieso zit er minder haar op, maar dat is voor dit verhaal minder relevant. Omdat bij dames gemiddeld de zitbotjes iets verder uit elkaar staan dan bij heren, behoort een dameszadel iets breder te zijn. (En nee, ik zeg niet dat vrouwen dikke billen hebben.) Dameszadels zijn ook vaak iets korter.

Hoe zachter een zadel, hoe beroerder je zit. Vergelijk het met een bankstel waarin je wegzakt: het eerste kwartier denk je dat hij erg comfortabel zit, maar na een uur weet je niet meer hoe je moet zitten. Wij rijden zelf met een leren Brooks zadel met vering. Dat zit hard en stevig en het duurt vijfhonderd kilometer voordat je van de zadelpijn verlost bent. Daarna zit zo’n zadel goddelijk.

Voeten

We stoppen bij Abcoude en rijden de stoep op naar een bankje in een plantsoentje. Vlak bij een kleine marmeren steen, probeer ik mijn SPD-schoenen los te klikken. Pats! Boem. Knal! Ik krijg mijn voeten niet los en val met fiets en al op de grond. In mijn trots gekrenkt krabbel ik stoer overeind terwijl Carla verschrikt haar fiets op de standaard zet. Mijn oog valt op de kleine marmeren gedenksteen waarop staat: “1940-1945. Voor hen die vielen.”
“En voor mij”, denk ik.

Zorg voor goede trappers waarin je kunt vastklikken of anders trappers met een groot raakoppervlak waarvan je niet af kunt glijden. Ik zelf rijd met SPD-trappers, Carla met zogenaamde DX-trappers (met kleine ‘spikes’). Draag wel altijd schoenen met een harde zool, zodat je zenuwbanen in de voeten niet worden afgesloten en de voeten niet gaan tintelen.

Tot zover dit korte stuk over de wetten die gelden voor een vakantiefiets. Meer informatie kun je vinden op de site van De Vakantiefietser.

Eric Schuijt, 2004

————————————————————-
Overlevingstips
————————————————————–

Carla maakt zich zorgen. Nou ja zorgen, het is meer dan dat. Het is haar eerste grote fietstocht en dan gaat ze gelijk naar Bhutan en India. Dat het lichamelijk zwaar wordt dat weet ze. Daarom hebben we al vele kilometers afgelegd. Maar het is vooral de Indiase cultuur die haar zorgen baart.
“Eric, voor mijn gevoel ben ik nog niet aan India toe. Ik heb zoveel verhalen gehoord over het enorme verschil in normen en waarden.”
“Ach Carla”, zeg ik terwijl ik haar bezorgd streel, “ik ben er toch bij? En wat kan je nu gebeuren?”

Ik ben er zoals altijd nogal nuchter onder. Mijn manier van handelen in een vreemde cultuur is bijna een automatisme. In gedachten ga ik de ‘overlevingstips’ na die ik heb opgedaan in mijn voorgaande fietsleven;

Straatwijs
Omgangsvormen
Eten en drinken
Hoe kom je over?Overnachten
Fietsen

—————————————————————————–

Straatwijs

– Draag een portemonnee bij je met een oude creditcard, en Turkse bankbiljetten die niets meer waard zijn.
– Vermijd rustige straten en buitenwijken in het donker
.
– Vermijd na zonsondergang groepen mannen. Loop er desnoods met een boog omheen, zonder te laten zien dat je bevreesd bent. Loop desnoods mee met oudere mensen of gemengde groepen.

—————————————————————————–

Hoe kom je over?
– Zorg dat je er niet rijk uitziet. Laat ringen, armbanden, horloges en kettingen thuis. Draag je camera in een oude tas. Neem een oud verbleekt shirt mee.
– Laat mensen niet denken dat je de weg kwijt bent.
– Ga er niet vanuit dat iedereen je wilt bestelen.
– Ben jij intelligent? Dan lukt het je vast wel iedere dag één woord van de locale taal te leren. Zo heb je na een paar weken een aardige woordenschat. Belangrijke woorden zijn: Goedendag, dank u, te duur, veel te duur, vriend en lekker.

—————————————————————————–

Omgangsvormen

– Ben je in een bedreigende situatie, laat dan zien dat je niet bang bent en kijk je opponent recht in de ogen. (maar ja, ik heb makkelijk praten na 16 jaar karate)
– Maak grappen….. Als een fietser langst fietst, is een standaardgrap van mij: “Zullen we ruilen?”
– Luister vooral naar het lokale advies. Vertrouw nooit het advies van de employee van het Tourist Office of ambtenaren. Ga af op de man van de straat en vooral je gevoel.
– Maak vrienden. Huur desnoods een gids die een dag met je optrekt. Vaak bieden kinderen hun gidsdiensten aan. En ja, het is kinderarbeid, maar voor de kinderen is het een mooie manier om hun Engels te oefenen.
– In veel culturen is het ‘not done’ om iemand teleur te stellen. Een Indiër zal je liever een verkeerde richting opsturen dan dat hij zegt: “Ik weet het niet” of “Nee”. Dat is slecht voor z’n karma. Stel dus een open vraag.
– Geef bedelaars nooit geld, maar geef ze voedsel. En bij voorkeur géén stevige appel, want hun tandjes zijn niet meer zo sterk.
– Vermijd in een discussie dat de ander gezichtsverlies lijdt. Dat is voor een Aziaat zeer pijnlijk. Laat hem in zijn waarde.
– Raak mensen niet bij het hoofd aan en wijs nooit met de voeten ergens naar.
– Toon respect voor alle religies en zorg dat je bij het betreden van een heiligdom bedekt gekleed bent. Dus geen strakke koersbroek!
– Wees niet bang, want angst verkrampt. Maak vooral veel plezier
– Heb je genoeg van die ‘vreemde’ cultuur, probeer dan vooral met die ‘afwijkende’ mensen te blijven communiceren. Je zult zien dat je je dan beter gaat voelen.
– Koop geen vloerkleed waarvan de verkoper zegt dat je die met winst in je thuisland kunt verkopen aan een vriend van hem. Of halfedelstenen die in het buurland erg populair zijn.

—————————————————————————–

Overnachten
– Als je bij een hotel komt, vergelijk minstens twee hotelkamers en neem bij voorkeur een kamer aan de achterkant van het gebouw want daar heb je minder last van het verkeer. Probeer de elektra en de douche uit. Til het matras op en kijk wat eronder kruipt.
– Is de hotelkamer erg smerig, schuif dan het bed opzij en zet gewoon je tent op.
– Als je vrijkampeert en je pakt de volgende ochtend iets uit een fietstas, geef er dan een schop tegenaan zodat de slangen of spinnen eruit kunnen. Trek nooit zomaar je kleding of schoenen aan als die ergens een nacht hebben gelegen. Bijna alle spinnen en slangen zijn overigens onschadelijk.

—————————————————————————–

Eten en drinken
– Drink geen drankjes met ijsblokjes erin, vermijd slecht doorgekookt voedsel en eet geen rauwe salades, laat staan rauw vlees. Je kunt anders diarree krijgen. Diarree tijdens het fietsen voelt als een driedubbel gel-zadel.
– Vermijd varensvlees en schaaldieren zoals mosselen.
– Als je vegetariër bent, houdt er dan rekening mee dat voedingsstoffen die je bij een grote lichamelijke inspanning nodig hebt, alleen in vlees zitten. En niet in vitaminepillen, noten of kaas.
– Drink geen postmix-drankjes zoals cola-siroop vermengd met water en koolzuur. Deze drankjes worden vaak gemaakt van vervuild drinkwater.
– Neem een waterfilter mee, desnoods een piepkleintje.
– Neem geen drankjes of hapjes aan van vreemden of van de hotelbazen die er belang bij hebben dat je verdoofd of ziek wordt. Stel je krijgt een gratis ontbijt met zeer scherpe -maar bedorven- eieren en je wordt doodziek. De hotelbaas heeft zo een aantal extra overnachtingen en zijn vriend de dokter kan jou een gepeperde rekening geven. En je hield toch al niet zo van heet eten…
– Wil je meer weten over gezondheid onderweg, klik dan hierop.

—————————————————————————–

Fietsen

– Houd de fietsen zoveel mogelijk in zicht.
– Zet de fietsen op de hotelkamer. Als dat niet kan, zeg dan dat je naar een ander hotel gaat, dan draait de hotelbaas wel bij.
– Zet een leuk knijpbeestje op het stuur. Als er kinderen ergens aan komen, zullen ze zeker niet aan je dure derailleurschakelaars komen.
– Laat zo min mogelijk losse zaken aan je fiets hangen. Stop vooral die goede fietspomp toch ín een fietstas.
– Houd rekening met de drukke ochtendspits als vanuit een grote stad vertrekt. Of als je na een lange fietsdag een drukke stad inrijdt, houdt dan even een pauze, kom tot rust, en neem een Cup-a-Soup zodat je weer wat scherper bent.
– Vermijd scholen die uitlopen.
– Spreek af dat je elkaar weer ontmoet bij het Hoofdpostkantoor of het Centraal Station als je elkaar kwijtraakt.


Tot zover deze ‘overlevingstips’. Maar onthoud: sta open voor vreemde culturen, ook al struisen ze tegen je westerse normen en waarden in. Probeer jouw normen vooral niet aan anderen op te leggen. Neem niet alles te zwaar op, maar inhaleer die vreemde cultuur zonder je roots uit het zicht te verliezen. Geniet er van.