Panama

Panama en de slagerij

Ieder jaar fietsen Carla en ik twee maanden ergens op onze planeet. Maar dit jaar volgt Carla een opleiding tot gids. Ik heb besloten om in de stad Panama een week Spaanse les te volgen en daarna een week in mijn eentje te gaan fietsen. Daarna sluit Carla aan en fietsen we door naar Nicaragua; naar het Nicaragua-kanaal.
Het is lang geleden dat ik in mijn eentje reisde. Eens kijken of ik kan loskomen van de onvermijdelijke symbiose die in een relatie na verloop van tijd ontstaat.

Oh. En jij denkt dat dat bij jou niet het geval is?

Enfin, laten we het maar over Panama hebben. Panama is een vreemd land. Het is een van de vele landen waar de VS zich met interne zaken heeft bemoeid. Met als gevolg dat als je hier in Panama geld uit de muur trekt, dat het Amerikaanse dollars zijn.

Panama schijnt nogal gevaarlijk te zijn. Als je de reisgidsen erop naleest, moet je in het donker niet door de Panamese straten lopen want steekpartijen schijnen vaak voor te komen.

Carla weet dat ik mij van waarschuwingen uit reisgidsen nooit veel aantrek, want ik ben nooit bang. Ik ben vaak zo scherp en alert, dat ik criminelen al zie gluren voordat zij er zelf erg in hebben. Ik kijk ze recht in de ogen en wijs dan met mijn vinger als waarschuwing dat ik ze al gespot heb. Ik heb Carla daarom moeten beloven geen gekke dingen te gaan doen.

De avond na aankomst zit ik op een bankje voor het hotel het straatleven te bekijken. De Panamezen vormen een mengelmoes van allerlei rassen. Zo’n beetje alle nationaliteiten die aan het Panama Kanaal hebben gewerkt zie je wel voorbijschuiven: Barbadosianen, Columbianen, Puerto Ricanen, Mexicanen, Chinezen.

Ook al is het tropisch warm, de mannen lopen allemaal in lange broeken. Korte broeken zijn namelijk voor schooljongens. De vrouwen hebben wel wat weg van wandelende rollades. Alle rondingen mogen gezien worden onder de strakke kleding en een decolleté heb je om te showen en niet om te verbergen. Meestal zijn het wel zware rollades.

Manuel, die naast mij zit, werkt als Food & Beverage manager in het Hilton en knoopt in het Spaans een gesprek met mij aan. Na tien minuten bied ik hem aan om ergens wat te gaan drinken: “Ik trakteer!”

Manuel is goed geïnstrueerd door Carla, want we moeten van hem een taxi nemen. We worden afgezet bij een geblindeerde deur waar wat louche figuren rondhangen die ik goed in de ogen kijk. Een groot bord geeft aan dat je alleen naar binnen mag als je boven de achttien bent.

prohibido

We komen een schemerige ruimte binnen die wel een zwijnenstal lijkt, maar dan wel met zwijnen die van bier en sigaretten houden. De verveloze muren en het afval op de grond versterken dit gevoel. Er hangt een zure lucht van opgedroogd bier en de rook is zo dik dat ik het einde van de stal niet kan zien. Ik geef Manuel een tientje voor een ‘cerveza’ voor hem en een cola voor mij.

<a href=”http://carlaeneric.nl/wp-content/uploads/2015/12/prohibido1.jpg”><img class=”size-full wp-image-1626 alignright” src=”http://carlaeneric.nl/wp-content/uploads/2015/12/prohibido1.jpg” alt=”prohibido” width=”353″ height=”500″ /></a>Terwijl hij naar de bar loopt, kijk ik wat beter om mij heen. Verrek! De zwijnenstal lijkt ook nog eens een slagerij te zijn. Als ik verder doorloop naar achteren, staan er wel veertig rollades op een rijtje. Maar dan zonder touwtjes of met minuscule touwtjes. In alle soorten en maten. Van kiloknallerkwaliteit tot superieur vlees van de biologische keurslager. Van verse rollades tot goed doorgebakken. Kiprollades van wit vlees en chocoladekoeien-rollades van donker vlees. Rollades uit Panama, Colombia, Puerto Rico en zo nog wat landen hier in de buurt.

Manuel legt uit: “Amigo, voor tien dollar mag je met ze mee naar achteren en heb je 12 minuten de tijd.” In een gang staan Panamese potentiebommen en de rollades om en om achter elkaar in een rij. Bij een luikje betaalt een rollade de kamerverhuurder en hij roept haar een nummer toe. Het is druk, want er zijn nog zeker twintig wachtenden in deze vleesfabriek.

Ik houd het voor gezien in deze vrouwonterende ruimte. Ik ben sowieso de komende twee weken ‘vegetariër’. Ik bedank Manuel voor de leerzame avond en neem een taxi naar het hotel.

Goh, zo doe ik nu ik alléén reis, na al die jaren toch nog een nieuwe reiservaring op.

Eric

Oh ja. Carla, als je kleding hebt die gekrompen is in de was, neem die gerust mee. Strak zittende kleding is hier de norm.


 

Panama City

Na een week in Panama stad, ben ik tot de conclusie gekomen dat ik het de fascinerendste stad vind waar ik ooit geweest ben. Panama kent wat mij betreft vier gezichten; dus voor elk wat wils.

panamaoudestadAan de baai ligt het antieke Panama; Panama Antiguo. Net als Amsterdam een soort van openluchtmuseum waar de locals langzaam plaats moeten maken voor hotels. De vier bendes die in deze ‘urban jungle’ jarenlang de dienst hebben uitgemaakt, zijn verdreven en hun plaats is ingenomen door de politie.

Om het verkeer om de oude stad te leiden, ligt in de Stille Oceaan een lint voor al het verkeer. Inclusief vrijliggend fietspad en wandelpaden met aan de zijkanten mooie struiken. Echt een mediterrane boulevard.

Deze mooie weg wordt ‘La Cintera’ genoemd. Het moet gezegd worden, ‘La Cintera’ wordt goed schoongehouden. Nergens ligt afval en de politie houdt scherp toezicht. In Hummers, op de fiets, in golfkarretjes of op de motor. Het is heftig om te zien wanneer een politiemotor voorbij rijdt cintamet achterop een agent in kogelwerend vest en een mitrailleur rustend op in zijn bovenbeen. La Cintera loopt door tot de andere kant van de baai. En daar ligt het andere Panama.

Ben je fan van New-York? Kijk dan eens naar de skyline van het moderne Panama. Wow, wat indrukwekkend al die wolkenkrabbers. Althans op een afstand. Want als ik er doorheen fiets irriteert het mij, dat ik er niet eens behoorlijk kan fietsen. Het is puur voor auto’s aangelegd die van de parkeergarages van deze verticale gated communities naar kantoor gaan. En ’s avonds nog even boodschappen halen in een Shopping Mall. Het staat voor mij erg ver van de menselijke maat. Tja, als je zo moet leven.EricRondweg
SkylinePanama2

Het fijne van fietsen is dat je in een paar uur goed de verschillende buurten leert kennen.

De ‘barrios’ waar de minder bedeelden wonen zijn interessanter. Een paar oudere mensen roepen mij toe. Tot hun eigen verbazing stop ik en maak een praatje met ze. Zo kan ik meteen mijn Spaans oefenen. Ze willen graag Engels met mij spreken. Maar dat spreek ik natuurlijk niet, want anders leer ik nooit Spaans. Tegen de tijd dat ik iets teveel hangjongeren in de ogen heb gekeken en met mijn vinger heb gewezen, wordt het tijd om deze wijk te verlaten.

Na een week Spaanse les, fiets ik Panama uit. Ik rijd weer door de Chinese wijk, waarvan ze zeggen dat je die toch écht moet vermijden. Maar ja, mijn geplande route loopt er toch echt doorheen. De wijk daarna is een groene wijk met grote huizen en opeens bevind ik mij in de echte jungle. Reusachtige bomen, prachtige vogels en een hoge luchtvochtigheid.

Ik kijk uit naar komende week. Ik ga een rondje Panama Kanaal fietsen. Dat kan eigenlijk niet, want ergens loopt in de jungle de weg dood. Maar ik heb en afspraak met een Amerikaan. Aan het einde van die doodlopende weg ligt het gehucht Cuipo. Daar wacht hij de 25e om 13:00 uur op mij met een bootje. Na de oversteek van een uur, kan ik dan weer verder fietsen. Eens kijken of hij er dan is.

Eric


Rondje Panamakanaal

Nou daar fiets ik dan in mijn eentje de hoofdstad uit. In de gevaarlijkste wijk van Panama, barrio Chino, komt een oerlelijke man op een aftandse brommer naast mij rijden. Hij bestudeert mijn fietstassen en kijkt mij indringend aan.
En ik hem.
“Wat wil je?” zeg ik.
“Dat je je fietshelm opzet.”
Oeps, een verkeerde inschatting van mij en ik ben boos op mezelf.
In bedank hem hartelijk en pak mijn helm. Als je hier al een fietser ziet, rijdt hij altijd met een fietshelm op. En deze mijnheer wees mij daar even op. En zeker hier is een helm wel zo verstandig, want auto’s slaan af zonder richting aan te geven en ze halen elkaar links en rechts in.

Na een uur kom ik bij de Miraflores sluizen. Dat zijn de sluizen in het Panamakanaal aan de zijde van de Stille Oceaan. Uiteindelijk na nog twee sets sluizen, mondt het kanaal uit in de Atlantische Oceaan

Op de bovenste verdieping van het pand heb ik een mooi uitzicht over de sluizen. Omdat er nu net geen boten in de sluis liggen, hebben ze een mooie oplossing voor het ultieme Panamakanaal-vakantiekiekje. Ik mag voor een ‘blue screen’ gaan staan en een fotograaf maakt een paar foto’s. Vervolgens mag ik in een kantoortje zelf gaan fotoshoppen. Ach, als je in je eentje reist en je maakt een selfie bij McDonalds, is dat al het toppunt van individualiteit. Maar een foto waarop ik vrolijk sta te doen bij een virtuele boot in de Miraflores sluizen van het Panamakanaal, is minstens net zo erg.

MacDonalds

Via de een mooie weg, dwars door de jungle kom in Gamboa aan. Er is één jungle resort waar ik in mijn eentje 220 dollar moet betalen. Dat vind ik wat te gortig, dus ga ik het dorpje in op zoek naar een Bed & Breakfast. Na enig zoeken kan ik in een huis een keurige kamer huren met airco.

Als ik de volgende dag in de stad Colón in mijn toilettas kijk, vind ik daarin de afstandsbediening van de airco. Bij de receptie vraag ik of ze die in een enveloppe willen doen en willen versturen.
“Dat kost 48 dollar”, zegt de receptioniste.
“Dat is veel geld? Is het met de gewone post?”
“Nee, iemand zal hem speciaal brengen.”
“Nou, dan breng ik hem wel naar het postkantoor.” zeg ik.
“Dat kunt u doen, maar hoe weet uw ontvanger dan dat het daar ligt?”
Het is wat verwarrend, maar uiteindelijk begrijp ik dat er géén postbodes bestaan in Panama. Dus huis-aan-huis bezorging kan hier niet.
Als ik er zo over nadenk zit daar wel een goede logica in. Je ziet wel in meer landen dat ze stappen overslaan in een evolutionair ontwikkelingsproces.
Waarom nog televisie via antennes of kabel als je een satellietschotel kunt nemen?
Waarom nog een draadtelefoon als je een mobiel netwerk hebt?
En waarom nog postbodes als je email hebt?

Eric

EricPanamaKanaal


Colón

Colón is volgens de reisgids een stad waar toeristen niets te zoeken hebben. Zelfs overdag moet je niet over straat lopen. Ik heb lekker rondgewandeld en geen problemen gehad.

De volgende dag steek ik het Panamakanaal over. Eerst moet ik door het gebied waar de nieuwe, grotere sluizen worden gebouwd. Maar ik wordt tegengehouden. De bewaker legt uit dat het verboden is om hier doorheen te fietsen.
“Nou, dan loop ik wel.”
“Nee mijnheer, dat mag ook niet.”
“Wat moet ik dan doen?”
“Dat weet ik niet.”
Vroeger zou ik boos zijn geworden, maar dat heeft bij uniformen meestal geen zin. Want een uniform geeft macht en aanzien. Ik loop naar de pick-up truck die achter mij staat te wachten en vraag de bestuurder of ik mijn fiets achterin mag zetten. Dat mag. Het uniform knikt goedkeurend en daar rijden we even later over het bouwterrein van de sluizen in aanbouw.

Ik fiets daarna door naar de Gatún sluizen, waar ik eerst een half uur moet wachten voordat er net een containerschip de sluis in gaat. Aan de overkant kom ik in een andere wereld terecht.

gatunsluizen

Ik fiets dwars door de jungle. Wat een verschil met de andere kant van het kanaal. De apen slingeren hier door de bomen en de leguanen schieten over de weg. Door de lucht vliegen ranke kolibries, majestueuze arenden, vale gieren en grote vlinders. Ik zie een miereneter en snap even later waarom een luiaard in Panama een ‘langzame aap’ wordt genoemd. Een normale aap had misschien nog wel kunnen uitwijken voor een auto, maar deze ligt met een bloedneus op het asfalt.

Ik wil een rondje Panama Kanaal fietsen. Maar dat kan eigenlijk niet. Aan de westzijde van het kanaal loopt namelijk géén weg van noord naar zuid. Dus heb ik besloten om zo ver mogelijk naar het zuiden te gaan tot het dorpje Cuipo, waar de weg doodloopt.

dennisenbootVia internet heb ik een afspraak gemaakt met Dennis, een Amerikaan die mij daar zal opwachten met een bootje.
En inderdaad daar ligt hij met zijn bootje. Dennis is een akelige Amerikaan met weinig gevoel voor nuance over de problemen op onze aardbol. Als hij zegt dat alle islamieten maar moeten worden neergeschoten, vraag ik of hij wel eens in Islamitische landen is geweest.
“Godzijdank niet.” Ik adviseer hem om dat toch eens te gaan doen. Dan zal hij ervaren dat de meeste moslims zeer vriendelijk en gastvrij zijn. Ach, ik had net zo goed tegen een muur kunnen praten.

wegnaarelvalleDe boottocht zelf voert ons over het Gatún meer. Dit kunstmatige meer is ontstaan bij de aanleg van het kanaal. We moeten goed tussen de verdronken mahonie bomen doorvaren die vlak onder de waterspiegel zitten. Die mahoniebomen stonden honderd jaar geleden in een vallei, maar ze verrotten niet omdat er bijna geen zuurstof bijkomt. Dus zijn er vaargeulen aangelegd, want je kunt je boot lekvaren op zo’n knoertharde boomstam.

Na een overnachting op een sprookjesachtige plek aan het meer, fiets ik door naar Playa Malibu aan de Stille Oceaan. Ik heb daar een rustdag gepland, maar Playa Malibu is helaas geen badplaats zoals ik had gedroomd. Het is een aaneenschakeling van dure villa’s aan het strand en een paar flats met appartementen. En hoe ik ook zoek en vraag, er is geen enkel hotel aan het strand. Dus eindig ik de dag in een snelweghotel.

sprookjeDe meeste gasten boeken daar een kamer voor één uur á raison van zes dollar. Ik neem en kamer voor één hele nacht en betaal dertig dollar.

De volgende dag ga ik een oude vulkaan op, naar El Valle en daal de dag erop weer. Via het feestelijke Chorerra fiets ik weer naar Panama Stad terug. Het voelt zowaar als thuiskomen.

Twee dagen later sta ik op het vliegveld Carla op te wachten met een bord: “Bienvenido mi corazón.” De reis gaat nu écht beginnen.

Eric