Myanmarese ziekenhuizen

Carla schijnt er nogal van te houden om tijdens een reis regelmatig te vallen. De eerste keer was in 2004 tijdens een afdaling van het Indiase Darjeeling naar de Bengaalse laagvlakte. En nu, in 2014, bekijkt ze het gravel van nabij op een afgelegen weg in noordoost Myanmar. Als we die regelmaat erin houden, dan zal de volgende keer dus in 2024 zijn. “Carla zullen we dan in een land gaan fietsen waar goede ziekenhuizen zijn? En in 2024 voor de zekerheid zijwieltjes op je fiets monteren?”

Op de stoffige zandweg peuter ik de steentjes uit Carla’s wond. Met wat lauw water uit mijn bidon spoel ik bloed weg en kan daarna de kleine grindkorrels los pulken. Ze zitten er diep in en uit de wond hangen een paar stukjes wit vlees. Vreemd, ik dacht dat vlees altijd roodkleurig is. Met een paar harde knepen in mijn bidon spuit ik het resterende bloed en zand weg. Ik dep de wond droog met toiletpapier en veeg het hardhandig met een alcolholdoekje verder schoon. Tja, valse heelmeesters… Vervolgens spuit ik flink wat Betadine op en in de wond en denk het af met een snelverband.

Klik op het rode kruis als je tegen bloed kunt. Anders niet klikken!

Pas in de namiddag komen we in een dorpje. Langs de weg staat een paal met een vierkant wit bord en een rood kruis erop geschilderd. Gezien het vlees dat uit de wond hing, lijkt het mij beter om een professional er naar te laten kijken. Al staat in de reisgids dat je erg wanhopig moet zijn als je in Myanmar naar een ziekenhuis gaat.  De gids adviseert om dan meteen naar Singapore of Bangkok te vliegen. Maar dat doen we dus niet.

Ondanks dat er in het ziekenhuisje een paar Myanmarezen op het ruwhouten wachtbankje zitten, laat de dokter ons voor gaan. Hij spreekt gelukkig een beetje Engels. Van een stoffig karretje worden een injectiespuit gepakt en Carla krijg een paar verdovingsprikken rond de wond. Met gedestilleerd water maakt hij de wond opnieuw schoon.

Als de verdoving begint te werken, gaat de dokter echt aan het werk. Het is fascinerend om te zien hoe hij met zijn vinger helemaal de wond in gaat en ook nog eens diep onder de huid nog meer zand weghaalt. Zou de wond van iemand anders zijn, dan zou ik van afschuw over deze horror mijn hoofd hebben afgewend. Ondertussen spuit de dokter flink wat gedestilleerd water onder de huid. “De wond moet eigenlijk gehecht worden, maar dan kan de rest van het vuil er niet uit. Daarom wil ik het open laten. Het verband moet om de twee dagen vernieuwd worden.” Carla krijgt antibiotica voorgeschreven.

Als ik vraag wat het kost, zegt de dokter: “Geen kosten. U bent onze gast in Myanmar.” Mijn ogen schieten vol. Wij zijn rijke westerlingen, we worden voorgetrokken, krijgen medicijnen en injecties en hoeven niet eens iets te betalen. Ik doneer drie Myanmarese maandsalarissen (20.000 Kyat). Aangeslagen rijden we weg.

 

De daarop volgende weken zien we nog meer ziekenhuizen. Steeds worden we voorgetrokken, hoe zeer we ons best ook doen om achter aan te sluiten. Maar zelfs de patiënten die wachten vinden dat wij als buitenlander voor moeten gaan. Carla heeft een boekje meegekregen waarin iedere dokter opschrijft wat hij of zij heeft gedaan. Een dokter excuseert zich voor het boekje: “Tja, wij hebben geen elektronische patiënten-database zoals jullie.” “Ach, zo legt u de verantwoording bij de patiënt”, zeg ik op mijn nuchterste Engels.

Terwijl Carla’s wond in Mandalay wordt verschoond en opnieuw verbonden, kijk ik naar buiten. Voor de deur stopt een pick-up. Een verdoofde man ligt plat achterin en wordt door zijn meegereisde familie liefdevol op een vooroorlogse brancard gelegd. Zo te zien zijn z’n moeder, vrouw, twee zussen en drie kinderen meegereisd. In een wollen deken is een bundel kleding gestopt en aan de bovenkant dichtgeknoopt. In een kartonnen doos zitten wat pannen en andere spullen. De familie moet in het ziekenhuis zelf voor de man zorgen. Ze slapen op de gang, tussen andere patiënten die in hun gewone kloffie aan een infuus gekluisterd zijn.
In Toungoo lopen we door het hele ziekenhuis en werp ik links en rechts een blik in allerlei zalen. Het ziet er allemaal even groezelig uit. Spinraggen hangen aan het plafond, gedroogd bloed plakt op de grond en het vuilnis is in een hoek geveegd. Dit ziekenhuis heeft een groot binnenterrein. Een paar families zijn eten aan het koken in de schaduw van een van de bomen. Een ballonventer verkoopt ballonnen om de kinderen wat op te vrolijken, maar de gulle lach van de Myanmarezen is hier ver te zoeken.

Eric

Nick, Carla. de Thaise dokter, de leuke zuster die trots vertelde dat ze iedere dag 4 kilometer fietst. Tijdens het verbinden pakte ze haar smartphone om meteen onze facebookpagina te bezoeken. En uiterst rechts Ray.

Geef een reactie

Je kan deze HTML-tags gebruiken

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>