Ruarwe, Malawi’s verborgen paradijsje

We staan om vijf uur op. Nog voor zes uur duwen we onze fietsen over het tot mul zand verworden pad van het beachcamp Chitimba naar de hoofdweg. Sommige souvenirverkopers zijn hun waren al aan het uitstallen en afstoffen. Er zitten mooie houtsnijwerkjes bij.

Ons reisdoel van deze dag is Ruarwe. We hebben gehoord dat het er paradijselijk mooi moet zijn. In het reisschema van andere fietsers stond dat zij Ruarwe hadden aangedaan. We trekken daaruit de conclusie dat het stippellijntje op de kaart befietsbaar moet zijn.
Tot en met Mlowe gaat het erg goed. Fijn om na zoveel weken stofwegen weer eens op asfalt te rijden. En af en toe een winkeltje met een koelkast met koude cola. Ja, er zijn weinig Afrikaanse koelkasten hier.
Na het laatste winkeltje van Mlowe is de weg nog slechts een onverharde track, het domein van een enkele fietser en mensen te voet.
We komen langs een aantal idyllische baaitjes. Dat wil zeggen: idyllisch in onze ogen, hard voor de mensen die er wonen. In elk baaitje staan een paar huisjes. ’s Avonds en ’s nachts wordt er gevist door de mannen. Overdag wordt de vangst gedroogd door de vrouwen. De enige manier om de visjes daar weg te krijgen is per boot of te voet.

Drie baaitjes en vier kilometer verder besluiten we dat verder fietsen met volle bepakking niet meer gaat. De onverharde track is een looppad geworden met grote keien, mul zand en stukken die te voet nog te nemen zijn, maar onmogelijk met een fiets, of het nu met of zonder bagage is.
We gaan terug tot Mlowe en charteren een vissersbootje, want we zijn toch wel nieuwsgierig geworden naar dit stukje kust aan het Meer van Malawi.
Onderweg doen we een paar baaitjes aan. We schudden de hand van een aantal chief’s die ons welkom heten in Malawi. Als het donker wordt, zien we honderden lichtjes op het meer. Dat zijn de olielampen die op de achterkant staan van uitgeholde boomstammen waarmee gevist wordt. Het is werkelijk een armada van vissersbootjes. De visjes worden aangetrokken door het licht en zo in de netten gelokt.

Na vier uur varen zien we eindelijk de lichtjes van Ruarwe onderaan de silhouetten van de bergen. Die rijzen hier loodrecht uit het meer omhoog. We moeten dan ook nog wat klauterwerk verrichten voor we goed en wel in de lodge aangekomen zijn. Een groepje toeristen zit rond een grote tafel gezellig bij het licht van olielampjes te kletsen en een biertje te drinken. Het elektriciteitsnet heeft Ruarwe nog niet bereikt.

Pas de volgende dag zien we waar we eigenlijk zijn: het is inderdaad paradijselijk. Het doet mij denken aan de film The Blue Lagoon: een hagelwit strandje naast een waterval met schaduwrijke bomen. Als we gaan snorkelen, zien we tientallen verschillende gekleurde visjes. Het meer staat bekend om z’n vele cycliden. In elke baai afzonderlijk heeft zich een of meerdere soorten geëvolueerd.

Ons plan was om de volgende dag verder te ‘fietsen’. Het pad zou volgens de Bradt gids nog maar 15 kilometer en tamelijk vlak zijn. Voor de zekerheid gaan we te voet de weg verkennen; De eerste twee kilometer van de lodge naar het dorp is onmogelijk om te doen met de fiets en bagage. Daar gaan we zeker al een uur over doen. Eerst een stuk de fietsen op de schouder en daarna de tassen. Gezien de hoeveelheid bagage betekent dat drie keer heen en weer lopen.
Na het Ruarwe wordt het alleen nog maar erger. We zien dat het pad ook nog een bergrug over gaat. We moeten concluderen dat dit paradijsje alleen te voet of per boot te bereiken is. Voor mij mag het dan de Blue Lagoon zijn, voor Eric voelt het als Hotel California: “You can check out any time you want, but you can never leave.”

Carla

Geef een reactie

Je kan deze HTML-tags gebruiken

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>