Ratten, zand, forten en paleizen

Deden wij in voorgaande jaren regelmatig verslag van honden en kakkerlakken, deze reis moet ik toch iets schrijven over ratten.
De honden die we tegen komen zijn sloom en kakkerlakken hebben we nog niet gezien, maar laat ik dat afkloppen.

India kent vele religies en evenzoveel goden of figuren die vereerd worden. Voor mij is het onmogelijk om ze uit elkaar te houden, laat staan te begrijpen waarom ze aanbeden worden, maar alah, ieder z’n ding zullen we maar zeggen. Met respect en oprechte interesse horen we altijd de verhalen aan als ze ons verteld worden.

Maar in Deshnok, 32 km ten zuiden van Bikaner staat zelfs voor Indiase begrippen een bijzondere tempel. De Karni Mata Tempel. Daar worden de nazaten van Karni Mata in de vorm van kabas (ratten) uitstekend verzorgd om de godin te eren.

Uit voorzorg heb ik een extra paar dikke sokken meegenomen. Ik ben heel blij als de schoenenbewaarder mij een paar badsloffen te leen geeft.

Gelukkig valt de hoeveelheid ratten mee. Er loopt er niet één over mijn voeten en we moeten toegeven dat we ze eigenlijk best wel schattig vinden. Eric maakt met de GoPro camera leuke opnames van ratten die melk drinken uit een grote schaal.

Wie had dat ooit gedacht van deze antihelden als het gaat om spinnen, kakkerlakken, muizen en ratten.

Carla


Land van zand, forten en paleizen.

Rajasthan is droog en stoffig. Dankzij het Indira Gandhi kanaal is het nu mogelijk om ook in Rajasthan het een en ander te verbouwen, maar langs NH15 zien we vooral veel lage dorre bosjes. Toch laven we ons af en toe aan de schaduw van een rij bomen die langs de weg is geplant.

Rajasthan staat bekend om z’n prachtige maharadja paleizen en woestijnforten . We bezochten al een fort in Faridkot. Nog lang niet klaar voor openstelling voor publiek, maar toch indrukwekkend.

De eerste middag nadat we de grens Punjab-Rajasthan over zijn gegaan rijden we op de plaats Hanumangarh af. Opeens doemen uit het stof de contouren van een enorm zandkasteel op. Mijn mond valt letterlijk open van verbazing. Zoiets heb ik nog nooit van m’n leven gezien. Nadat ik gestopt ben om foto’s te maken zegt Eric:
“Ok, ben je klaar? Dan gaan we het fort in”.
Wow, ‘We gaan het fort in’. Zei hij dat echt? Eerst geloofde ik mijn ogen niet en nu geloof ik mijn oren niet.
Maar Eric krijgt gelijk: we kunnen het fort nog diezelfde middag in.


Het is gebouwd op de enige rots in de wijde omgeving, dus toornt hoog boven de stad uit. De entree is indrukwekkend. Helaas het binnenterrein wat minder. Het fort huisvestte vooral militaire kwartieren die in de loop der jaren verloren zijn gegaan. Wel staan er nog een paar tempels overeind en door langs de kasteelmuur te lopen krijg je een goede indruk van de grootsheid. Terwijl we ons lopen te verwonderen verdwijnt de stad die het fort nu omringt langzaam met het invallen van de schemer.

Maar dan Bikaner. Al ver voor we de stad bereiken kijk ik reikhalzend uit naar het moment dat ik het Junagarh fort boven de stad uit zie prijken, maar helaas. Junagarh ligt niet op een rots. Je ziet het pas als je er al bent. Maar niet minder indrukwekkend. De voorgevel is als een paleis, en dat is het eigenlijk ook. Urenlang kun je dwalen door de meest prachtige zalen, gangen en terrassen en je voorstellen hoe de opeenvolgende generaties maharadja’s hier geleefd moeten hebben.

Het grappigste in het fort is iets wat je er totaal niet zou verwachten: een DH-9 DE Haviland vliegtuigje uit de eerste wereldoorlog. Ooit hebben de Britten de toenmalige maharadja twee afgedankte exemplaren cadeau gedaan. De twee zijn in 1985 tot één exemplaar in elkaar geknutseld en wordt nu trots tentoongesteld in een van de grotere hallen van het paleis.

Carla


Geef een reactie

Je kan deze HTML-tags gebruiken

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>