Beu, andere fietsers, Indiase hotels

Even ben ik India beu.

Regelmatig hoesten we onze longen uit ons lijf en hebben we geïrriteerde ogen. Soms vragen we ons af of het wel zo gezond is om in India te fietsen. Stof, uitlaatgassen en lokale vuilverbranding zijn de oorzaken.

Maar toch merken we dat onze longen zich na een paar weken aangepast hebben, want de hoest is op een gegeven moment nog maar één minuut in plaats van vijf minuten elke ochtend.

Langzaam laten we de Thar ‘woestijn’ achter ons en komen we weer in het drukke India terecht. We besluiten om niet de hoofdweg van Jodhpur naar Pushkar te nemen, maar een doorsteek te maken over een ‘witte weg’. Dit heeft er ook mee te maken dat Eric dan de berg tussen Ajmer en Pushkar niet over hoeft. Hij heeft maar één verzet op zijn Hero fiets en daarmee een berg oprijden is onmogelijk voor hem. Ook een heuse afdaling met de Hero fiets is niet zo verstandig, gezien het slappe frame en de slechte remmen.

De belangrijkste plaatsen staan goed aangegeven, dus we durven het wel aan. Het is een mooie landelijke weg, maar regelmatig is het wegdek erg slecht of is het helemaal weg. Daardoor komt er veel stof in de lucht als er een vrachtauto of brommer overheen rijdt.

Vlak voor het plaatsje Pipar zijn een aantal cementfabrieken. De bladeren van de bomen zijn grijs van het fijne stof dat van de fabrieken afkomstig is. Een ontzettend ongezonde omgeving. Gelijk begin ik te hoesten en voel me niet lekker door het stof wat slijmproppen in mijn keel veroorzaakt.

In het plaatsje Pipar is één guesthouse. De twee kamers die het guesthouse rijk is zijn boven een bakkerij van zoetwaren gelegen. Via een gammel trapje kom je bij een overloop waar de deuren en de ramen van de kamers op uit komen. Er is dus geen direct contact met frisse lucht in de kamers.

Grote open vuren verwarmen de bakkers de pannen met ingrediënten waarvan de zoetwaren gemaakt worden. De rook van de vuren gaat niet door een schoorsteen naar buiten, maar gewoon de open ruimte in. Door een grote poort die open staat aan de achterkant kan de rook weg, maar gezond is het niet voor de mensen die er werken.

Er logeren waarschijnlijk niet vaak gasten boven de bakkerij, want in allerijl wordt één van de kamers leeg gehaald, het vuil wordt weggeveegd en er worden andere lakens op de bedden gelegd. Daarmee is het zogenaamd ‘schoon’. De badkamer vergeten ze helemaal. We doen nog wel een poging ze duidelijk te maken dat het niet schoon is, maar veel meer dan andere lakens waar ook vieze vlekken in zitten, een emmer water door de wc en een spuitbus met een geurtje gebeurt er niet. De halve zeepjes, lege shampoo zakjes en tandpastaresten van zéker vijf vorige gasten, of van het personeel van de bakkerij, liggen nog gewoon op de wastafel. Er staat een vieze roestige emmer met een nog viezer mandibakje in de hoek, en uit een pijpje in de muur komt een miezerig straaltje koud water. Als Eric de kraan open draait ziet hij de modder over de vloer wegspoelen, het roestige, door haren en zeepresten half verstopte putje in

Ondanks dat we onze eigen slaapspullen gebruiken lig ik verkrampt in bed bij de gedachte aan de vieze lakens onder mijn slaapzak. ’s Nachts moet ik overgeven. Mijn lichaam accepteert het stof in mijn longen niet langer en de gedachten aan alle viezigheid maken me misselijk.

De volgende dag is het niet veel beter. De hele dag voel ik me beroerd en de volgende nacht gooi ik mijn maaltijd er weer uit.

Ik heb het even helemaal gehad met alle viezigheid van India. Gelukkig is er in Pushkar een goed, vooral schoon hotel voor ons gereserveerd en kan ik daarna weer aardig wat hebben.

Carla


Kamelen.

Zodra we de grens Punjab / Rajasthan over gaan zijn kamelen regulier onderdeel van het straatbeeld. We zien dat kamelen overal voor worden ingezet: als lastdier, om karren met lading te trekken, als transportmiddel voor mensen en als vermaak voor toeristen.

“Pas maar op voor kamelen” waarschuwt Eric mij. “Ze boeren, spugen en stinken een uur in de wind. Het lijken zulke leuke beesten, maar let op: ze kunnen opeens agressief reageren als iets ze niet aan staat ”.
Als we dus kamelen tegenkomen houd ik gepaste afstand, met de waarschuwing van Eric in mijn achterhoofd. Maar jeetje, wat zijn het imposant grote dieren. Alleen al als ze liggen, maar vooral als ze dan overeind komen.

Van collega Ans heb ik de tip gekregen om de jaarmarkt van Puskar te bezoeken als we op dat moment in de buurt zijn. Het hangt elk jaar van volle maan af wanneer de jaarmarkt gehouden wordt.
Even googelen en ik kwam al snel achter de data. En inderdaad, het past precies in ons reisschema om een paar dagen daar te zijn tijdens de jaarmarkt. En het lukt ook nog om een aardig hotel te reserveren.

Iedere jaarmarkt zijn er een week lang zo’n 50.000 kamelen in Pushkar. Dat zijn onwaarschijnlijk veel kamelen. Tegelijkertijd met de kamelenmarkt is er ook nog kermis en zijn er religieuze feesten waarvoor mensen van heinde en verre afreizen naar Pushkar.

De kamelen worden ondergebracht op een heuvelachtig terrein en hun eigenaren bivakkeren gewoon tussen hun dieren op de heuvels. Soms in provisorische tenten, soms slapen zo op of onder hun karren, of soms gewoon onder de sterren.

Je zou denken: dat wordt een ongelooflijke stinkende bende op die heuvels na een paar dagen, vooral van uitwerpselen van mens en dier. Maar niets is minder waar. Waar de mensen het doen is ons een raadsel, maar waar de kamelenpoep blijft komen we al snel achter. Vrouwen verzamelen de kamelenkeutels in grote schalen, waarschijnlijk om te gebruiken als brandstof voor hun fornuizen.

Carla


Indiaas hotel. Stel je eens voor. . .

dat wij na een pittige dag fietsen aankomen bij een hotel. Carla ziet mij een bocht maken en tegelijkertijd afstappen. Ze is hierdoor afgeleid, stapt verkeerd af en valt met de zijkant van haar rug tegen een betonnen stoeprand. Het hotelpersoneel snelt toe en helpt haar overeind. “Auw, dat doet pijn”, zegt ze en haar gezicht vertrekt van de pijn. Haar fiets wordt aangepakt en geparkeerd tussen een Jaguar en een Audi. Iemand anders schuift een stoel toe met een extra kussentje.

Terwijl Carla op adem komt, halen we de tassen en mijn koffers van de fietsen. Een hostess in een sari staat klaar met op een zilveren dienblad vochtige koude handdoekjes waarmee wij ons gezicht kunnen deppen. Haar collega reikt ons een flesje mineraalwater aan. De receptionist maakt kopieën van de paspoorten, de kruier laadt na een securitycheck onze stoffige koffers en tassen in een bootje en wij stappen in een ander bootje.

Het hotel is gebouwd op een eilandje en we leggen aan bij de steiger. “Welcome Mister Shoot”, verwelkomt een hostess ons. Ze dipt haar wijsvinger in porceleinen schaal gevuld met rood sindoerpoeder en brengt een rode tikastip aan op mijn voorhoofd. Als we de ingang binnenlopen, vallen er rozenblaadjes naar beneden. “Dat is om u welkom te heten Mister Shoot.”
Binnen krijgen we een glas vruchtendrank aangeboden en de manager staat al klaar met een stoel en een coldpack voor Carla’s rug. “Ik stuur zo een fysiotherapeut naar uw kamer. Oh ja, wij hebben u een iets sjiekere kamer gegeven dan dat u voor betaalt. Nu heeft u uitzicht over het meer.”

Na een persoonlijke rondleiding door het hotel lopen we onze kamer binnen. Al onze schoongemaakte tassen staan netjes naast elkaar in de kamer. Er hangt een breedbeeld televisie waarop ik zelfs zonder mijn contactlenzen nog scherp kan zien. De kamer heeft prachtige gordijnen, ambachtelijke meubels en een heerlijk bed. In de brandschone badkamer liggen meer handdoeken dan dat wij thuis hebben, vier ochtendjassen (een voor na het bad en een voor ’s avonds), hagelwitte badslippers, een hoeveelheid geurtjes, zeepjes en badschuim waar een parfumerie jaloers op zou worden.

Er wordt gebeld en daar is de fysiotherapeut met een hotpack. Hij onderzoekt Carla, laat haar oefeningen doen en brengt daarna dagelijks een bezoek: “Reken er maar op dat als je hier weggaat dat je weer helemaal fit bent om te gaan fietsen.”

Het hotel lijkt wel een paleis, sterker nog het is een paleis geweest. Om twee binnentuinen met prachtige vijvers, planten, bomen en bloemen zijn de kamers gegroepeerd. De drie restaurants zijn met hun exquisiete gerechten zo goed dat ze een Michelinster verdienen, al doet Michelin dat niet in India. ’s Avonds worden de binnentuinen verlicht met waxinelichtjes. De jongen die ze aansteekt legt uit dat er in totaal 1400 waxinelichtjes staan. In tientallen grote schalen drijven bloemblaadjes die in een motief zijn gelegd.

Als we de volgende ochtend de kamer uitstappen, hangt de meest recente krant in een tasje aan de deur. We lopen naar het restaurant en zien dat alle bloemblaadjes in een ander patroon zijn neergelegd. Een Indiase fluitspeler zit in een koepel op het dak en laat zijn tonen galmen door de tuinen.

Het personeel is een verhaal apart. Iedereen lijkt onze naam te kennen en weet dat wij reizen per fiets. Als wij komen aanlopen, stoppen ze waar ze mee bezig zijn en stappen zoveel mogelijk uit zicht. Pas als ik ze aankijk groeten ze eerbiedwaardig “Namaste” en maken het wai-gebaar met hun handen.

Het ontbijt is een buffet met alles waarvan wij dachten dat het onmogelijk is om in India te krijgen. Gerookte zalm, chocoladecroissants, stokbrood, bruin brood, Edammer kaas, Roquefort, ham, bacon, aardappelkroketjes, lychees, kiwi’s, grannie smiths, cappuccino, chocolademelk, nou ga maar door. En voordat Carla ook maar kan gaan zitten, komt de ober al aansnellen met een kussentje voor haar rug.

’s Avonds als we onze kamer binnenstappen, is ons bed slaapklaar gemaakt, is de fruitschaal aangevuld, is de drankvoorraad aangevuld en zijn al onze kleren netjes gevouwen in de kast neergelegd. Er staat er een paraplu op onze tafel. Pas als we eronder kijken, zien we de verrassing. Een van de koks heeft ’n chocoladetaart gemaakt. En niet zomaar een taart. Nee, eentje met een fiets erop! Ontroerd loop ik naar de receptie. “Jullie zijn de eerste fietsers die hier overnachten en wij vinden het zo speciaal dat we graag iets speciaals voor jullie wilden doen.”

De laatste avond krijgen we het aanbod om in de sjiekste kamer van het hotel te overnachten. “Een upgrade omdat jullie morgen vertrekken.”
Was onze aanvankelijke kamer al prachtig, deze is nog mooier. Zelfs met een inloopkast voor onze kleren! Jammer dat je zo’n hotelkamer voornamelijk gebruikt met je ogen dicht.

We kiezen uit een lijst een DVD voor in de DVD speler die ook op de kamer staat. Ik bel naar de front desk: “Goedenavond Mister Shoot, waarmee kan ik u van dienst zijn.” Ik leg uit welke film wij willen zien en dat ik hem wil ophalen bij de receptie. “Nee hoor, ik kom hem zo brengen.” Als er tien minuten later wordt aangebeld, staat de receptioniste met een grote schaal met popcorn, twee blikjes Cola en de DVD klaar. Nou beter kan het niet worden.

Alhoewel? Als we weggaan, krijgt Carla als cadeau een mooi houten kistje met allerlei soorten wierook erin als afscheidscadeau. We worden uitgezwaaid door manager, chefkok en fysiotherapeut en varen naar de oever waar een hostess net bezig is mijn fiets af te stoffen. Haar collega brengt mineraalwater om onze bidons bij te vullen.

Nou stel je eens voor dat er een dergelijk hotel zou bestaan. Zou dat niet geweldig zijn!

Eric


Andere fietsers.

We zijn al zeven weken onderweg als we de eerste andere westerse fietsers tegenkomen. Altijd leuk om ervaringen uit te wisselen. We staan zeker een uur op de middenberm van een autosnelweg te praten.

John en Caithlin uit Engeland hebben hun banen opgezegd om een jaar te gaan fietsen. Ze zijn onderweg van London naar Sydney op een Thorn tandem. Net als wij, houden ze ook een website bij: http://www.talesfromthetandem.wordpress.com.

Onderweg merken we dat de wereld een stuk kleiner geworden is door internet en e-mail. Zo krijgen we een e-mail van onze Turkse partners Basak, Seçil en Alex. Op 9 maart 2013 openen zij het tweede filiaal van De Vakantiefietser. Niet in Nederland, maar in Istanbul. De naam wordt: Bisiklet Gezgini (http://www.bisikletgezgini.com/201212/yolda-karsilastiklarimiz/).
Zij zijn onze goede vriend Bert Sitters in Laos zijn tegengekomen en ook twee andere wereldfietsers en klanten: Wendy en Marten. Het is een kleine wereld.

Carla


Geef een reactie

Je kan deze HTML-tags gebruiken

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>